Open Monumentendag 12
september 2010
De Processie op het
Begijnhof van Turnhout
Een Processie
Processies zijn in de
rooms-katholieke kerk optochten waarin de geestelijkheid en het gelovige volk
binnen de kerk of doorheen de parochie opstappen. Ze worden gevierd als godsdienstige
plechtigheden. De bekendste zijn de sacramentsprocessies die bestaan vanaf het
einde van de 13de eeuw. Vroeger grepen ze plaats op de negende
donderdag na Pasen, nu op de zondagen voor of na. De processie wordt
voorafgegaan door een kruis en afgesloten met het heilig sacrament. Onder een
baldakijn draagt de priester een monstrans met een gewijde hostie. De gelovigen
tonen hun eerbied door te knielen tijdens de doortocht van het heilig sacrament.
In de processie lopen naast een aantal zinnebeeldige groepen ook (of delegaties
van) de onderscheiden parochiale verenigingen, de communicanten, leerlingen van
de katholieke scholen enz. mee. Tijdens de rondgang aanvaarden de toeschouwers
een relatieve stilte. Op enkele plaatsen tijdens het parcours wordt halt
gehouden om met de monstrans het volk te zegenen. Eens de processie gepasseerd
is, kan men naar huis gaan of naar de herberg in een kermisstemming.
In de Sint-Pietersparochie
ging zeker van in de 15de eeuw een processie uit. Een processionale (zangboek gebruikt tijdens de processies)
uit de Sint-Pieterskerk geeft aan dat er in de 18de eeuw twee grote
processies waren buiten de kerk. Eén op Sacramentsdag, de tweede donderdag na
Pinksteren (na de afschaffing als feestdag de tweede zondag), de
Sacramentsprocessie. Een tweede naar aanleiding van het kerkwijdingsfeest van
Sint-Pietersbanden (1 augustus) werd in augustus gehouden en duidde het begin
van de ker(k)mis aan. Reeds in de 17de
eeuw was het houden van de Turnhoutse kermis verbonden met het
kerkwijdingsfeest. Na een onderbreking tijdens de Franse overheersing gingen de Kermisprocessie uit tot 1963 en de
Sacramentsprocessie tot 1970. Na het ontstaan van de parochies van het H. Hart en
van O.-L.-Vrouw Middelares hadden ook deze hun processie. In de parochie van
het H. Hart ging de processie uit rond de derde vrijdag na Pinksteren (feest van het H. Hart) en in Onze-Lieve-Vrouw
Middelares een bijbelprocessie op15 augustus. Ook deze processies zijn
verdwenen zodat alleen de processie op het Begijnhof is overgebleven.
De processie op het
Begijnhof is een processie voor het Kerkwijdingsfeest van het Heilig Kruis. De
feestdag van de Kruisverheffing wordt gevierd op 14 september. Op die dag in
het jaar 320 zou de Byzantijnse keizerin Helena het Kruis waaraan Jezus
Christus gestorven was, hebben teruggevonden tijdens haar bedevaart naar Palestina. De verheerlijking
van het Kruis wordt door de Kerk gezien als een teken van verlossing.
De processie vertrekt
en eindigt na een ommegang door het Begijnhof aan de kerk. Aan de Calvarie in de buurt van de hoofdingang en aan de kapel
van het H. Aanschijn wordt halt gehouden (wat een
statie heet) en heeft de zegening plaats.
In Turnhout bestond
reeds in 1450 een broederschap voor het H. Kruis maar deze verdween in de
godsdiensttroebelen van de 16de eeuw.
Een processie is een religieuze gebeurtenis.
Mogen we dan ook aan de toeschouwers en deelnemers de nodige eerbied vragen. |
Programma
Deel 1: H. Kruis & Zeven eeuwen begijnhof
* Traditionele
kruisdrager waarmee elke processie van start gaat.
* Tekstbord: “O kruis
onze enige hoop”
* Processievaandel van
het H. Kruis (…. eeuw)
* Afbeelding (Replica?) van het doek van H. Veronica
Veronica van Jeruzalem (feestdag 4 februari) is de vrouw die tijdens de
kruisweg van Jezus Christus diens gelaat met een zweetdoek afwiste. Jezus’
beeltenis bleef op het doek bewaard. Het
verhaal komt uit een apocrief evangelie maar leidde in de middeleeuwen tot een
grote devotie.
* Drager met
reliekhouder Heilig Kruis (18de eeuw)
* De harmonie van de
Xaverianen
* Tekstbord: “Zeven
eeuwen Begijnhof”
Hier wordt behalve naar de begijnen en hun
devoties verwezen naar het religieuze leven in het
Turnhoutse verleden: de aanwezigheid van
allerlei ordes van paters zoals de minderbroeders en van nonnen zoals de
clarissen.
* Groep begijntjes
* Onze-Lieve-Vrouw van
Lourdes en Bernadette
In 1858 had St. Bernadette Soubirous in Lourdes een visioen waarbij ze
Onze-Lieve-Vrouw zag die haar de onbevlekte ontvangenis openbaarde. Reeds in
1876 werd op het begijnhof van Turnhout een Lourdesgrot gebouwd, die tot een
bedevaartsoord uitgroeide.
* Groep clarissen
* Hulde aan pater
Damiaan
* Groep minderbroeders
* H. Theresia
Theresia van Lisieux (1873-1897), ook Theresia van het kind Jezus en het
Heilig Aanschijn (haar kloosternaam) genoemd, was de jongste van negen kinderen
en trad in
* Het kind Jezus en
Sint Jan
Dit gedeelte van de processie wil voorbeelden stellen voor de jeugd om
deugdzaam te leven. De heiligen en figuren hebben dan ook alleen iets met een
deugdzame jeugd of met Jezus zelf te
maken. Sint Jan is de kozijn van Jezus.
* H. Agnes van Rome
De H. Agnes wordt gezien als de laatste martelares uit de Romeinse tijd.
Op twaalfjarige leeftijd werd ze rond 300 na verschillende martelingen met een
priem vermoord omdat ze aan haar maagdelijkheid hield. Voordien werd ze in een
bordeel geplaatst, waar haar haar snel groeide om haar naaktheid te bedekken.
Ze wordt voorgesteld met een lam.
* H. Elisabeth van
Hongarije
Elisabeth (1207-1231) was de dochter van koning Andreas II van Hongarije
die veel brood uitdeelde onder de armen tijdens de hongersnood in 1226. Ze was gehuwd met H. Ludovicus IV, landgraaf van Thuringen
(hierom wordt ze ook Elisabeth van Thuringen of van Hessen genoemd). Als
weduwe met drie kinderen werd ze aan het hof verstoten, stichtte ze een
hospitaal en stierf er enkele jaren later tijdens het verzorgen van zieken,
ondermijnd door te strenge ascese. De heilige wordt voorgesteld met rozen en
bij het uitdelen van brood. Het kruis verwijst naar een mirakelverhaal. Wanneer
haar schoonmoeder haar betichtte van overspel omdat er een bedelaar bij haar
was, veranderde die in een kruis.
Deel 2: Maria, Onze Lieve Vrouw
* Tekstbord: “Naast het
kruis de moeder van smarten”
* Tekstbord: “Naast
het kruis met wenende ogen”
* Processievaandel Onze-Lieve-Vrouw van Smarten
* Groep met de aartsengelen Gabriël en Michaël
Gabriël is de
aartsengel die Maria de Blijde Boodschap brengt. Hij treedt in het oude en nieuwe
testament op als boodschapper van God. De aartsengel Michaël wordt aanzien als
de aanvoerder van ‘Gods legerscharen’ en is ook diegene die bij het laatste
oordeel goed en kwaad tegen elkaar
afweegt. Hij is o.a. patroon van de papierfabrikanten. Met Rafaël zijn zij de
bekendste engelen (feestdag 29 september).
* Rozenkransgroep
Kinderen dragen de zestig bolletjes van de
rozenkrans. De rozenkrans of ‘pater noster’ is de belangrijkste uiting van de
devotie voor de moeder Gods. Het gebedssnoer bestaat uit 60 kraaltjes: de 7 alleenstaande
voor het Onze Vader (2 vooraf en 5 bij de tientjes)
en in rijen die voor de 53 weesgegroetjes (3 vooraf en 5 x 10 voor de tientjes). Tijdens de gloriedagen van de
processie werd elke parel door een meisje gedragen.
* Groep met het
processiebeeld van Onze-Lieve-Vrouw (17de
eeuw ?)
Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw is een typisch
processiebeeld. Alleen de hoofdjes en handen werden gebeeldhouwd en
beschilderd. Het lichaam wordt gevormd door een stellage waarop hoofd en handen
worden bevestigd. Daarover worden een gewaad en mantel aangetrokken. Dergelijke
beelden hebben dikwijls verschillende aankledingen en juwelen als kronen en
scepters. De brede mantel is een symbool dat onder Maria’s mantel alle
gelovigen kunnen schuilen.
Deel 3: Eucharistie en zegen
* Processievaandel
Heilig Sacrament
* Groep koorzangers
* Groep van
de Gilde van het Heilig Sacrament van de Niervaart uit Breda
* Groep van de broederschap van het Heilig Venerabel en de broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans
met flambouwen en lantarens
* Groep acolieten
(misdienaars)
* Groep die het
sacrament onder een baldakijn begeleidt
De priester draagt in de monstrans een
tijdens de eucharistieviering gewijde hostie. Deze hostie vertegenwoordigt
Christus. Uit eerbied knielen de gelovigen wanneer het baldakijn voorbijkomt.
Acolieten kondigen met belgerinkel de komst aan. Op drie plaatsen zegent de
priester die de monstrans draagt (meestal de
pastoor van het begijnhof) tijdens de rondgang de gelovigen: bij de Calvarie aan de ingang van het begijnhof, de
kapel van het Heilig Aanschijn en op het einde. Tijdens
de zegening met het Heilig Sacrament (De priester maakt met de monstrans een
kruisteken) knielen de gelovigen.
* Nadat de
priester met het Heilig Sacrament is voorbijgegaan, kunnen de gelovigen aansluiten bij de
processie.
Bij het
binnengaan van de begijnhofkerk vóór de laatste zegening wordt het Te Deum
gezongen. De deelnemers aan de processie en alle gelovigen worden uitgenodigd
om dit slotritueel van de processie bij te wonen.
G.L. en M.G. 12.08.10