“Waarom voelen we ons in de kerk zo vlug door elkaar
bedreigd?”, vraagt benedictijn Jean Geysens van de abdij van Chevetogne zich
af. Hij vindt dat katholieken beter het familiehuis herbouwen in plaats van
elkaar de schuld te geven van de afbraak van de woning. Voor hem is de
kerkcrisis ten diepste religieus en mag ze niet louter kerkpolitiek worden
benaderd.
Jean Geysens | Er zijn van bij het
begin conflicten geweest in de christelijke kerk. In de Handelingen van de
apostelen zie je hoe ze daar op een constructieve manier mee omgingen.
[Zie
bv.
het besluit van het 'apostelconcilie van Jeruzalem bij monde van
Petrus:
Hand.
15,[28]
"In overeenstemming met de heilige Geest hebben wij namelijk besloten ..."
Zoiets wordt thans echter meestal niet gezien als constructief.] Het
is dus geen drama dat er tijdelijk sprake is van polarisatie als een
onvermijdelijk conflict, in afwachting dat een dieper inzicht rijpt. Ik sla
hier nu zowat de hele kerkgeschiedenis over om te belanden in onze tijd waar
er in zowat alle christelijke kerken sprake is van een zekere polarisatie.
Het samenspel van Schrift, Traditie en rede geeft niet steeds hetzelfde
inzicht in de omgang met de nieuwe uitdagingen die op ons, christenen,
afkomen. In de oecumenische beweging hebben we leren dialogeren, wat
vooreerst inhoudt dat we naar elkaar luisteren. De polarisatie is een
uitdaging om ook te komen tot
[katholiek?-]theologische [!]
dialoog tussen de verschillende stromingen binnen elke kerk. Dit is
bijzonder moeilijk omdat de spanning tussen de strekkingen vaak zeer
emotioneel geladen is. Om te komen tot een mogelijke uitwisseling van gaven
moeten we de karikaturen van de ander overstijgen in een zoeken naar de
positieve waarde die wordt nagestreefd.
Tweede Vaticaans Concilie
Voormalig magister-generaal van de dominicanen Timothy Radcliffe
[Waarom niet uitgaan van
bv.
Ratzinger
- of van Aidan Nichols O.P.? Het is overigens nu eenmaal het kerkelijk
leergezag en uiteindelijk de paus die de uitgangspunten van de dialoog
bepaalt! Men moet de indruk vermijden dat men zomaar in het wilde weg kan
beginnen dialogeren
en het van de uitslag van dergelijke dialoog laten afhangen in welke
richting de Kerk zal inslaan.] probeerde dit in zijn boek Waar draait
het om als je christen bent? (Kok/Averbode, 2007) – vooral in de
hoofdstukken 9 en 10. In plaats van negatief geladen woorden te gebruiken
als ‘conservatief’ of ‘progressief’ doet hij er het voorstel te spreken op
een positieve manier. Zo heeft hij het over de “katholieken van het
koninkrijk”, gesymboliseerd door het theologische tijdschrift Concilium en
de “katholieken van de gemeenschap”, gesymboliseerd door het tijdschrift
Communio. Belangrijk is het inzicht dat beiden teruggaan op het Tweede
Vaticaans Concilie, zij het met andere interpretaties en accenten.
[Concilium
is niet trouw aan het concilie!] Het brede publiek kent alleen voor-
en tegenstanders van dit Concilie. [Idd.
wordt steeds aangenomen - zeker in de media - dat
Concilium
voor- en Communio
tegenstander is van het concilie.] Dat is te simpel.
[Er is
bv.
ook nog Opus Dei!] Je hebt ook meerdere soorten voorstanders.
[nogmaals: Concilium is niet trouw
aan het concilie!] Ik probeer het op mijn manier te verwoorden. De
koninkrijkkatholieken zijn vooral bezig met de uitdagingen van de tekenen
van de tijd. De gemeenschapskatholieken zijn vooral bezig met de innerlijke
geestelijke vernieuwing van de kerk. De eersten zien de opdracht van de kerk
als volk Gods vooral in dienst van de wereld. De tweeden zijn bezorgd om de
specifiek christelijke identiteit van de kerk en geloven in de waarde van de
katholieke traditie. Leggen de eersten meer de nadruk op het “dicht bij de
mensen staan” – hopende dat er ooit wel een vonkje van het christen-zijn zal
overspringen –, dan leggen de tweeden meer nadruk op de uitdrukkelijke
verkondiging van het Christusmysterie.
[Wat hier telkens als tweede genoemd
wordt heeft in de Kerk noodzakelijkerwijze prioriteit; daarom is
Radcliffe
en dus ook Geysens
fout.] In plaats van mekaar de schuld te geven van de afbraak van het
familiehuis, zegt Radcliffe, zouden we beter het huis herbouwen. Waarom
voelen we ons in de kerk zo vlug door elkaar bedreigd?
[De koninkrijkkatholieken zijn
idd.
een bedreiging: zij sluiten anderen uit!]
Dit is een poging tot verheldering van de crisissituatie, gekenmerkt door
conflict en polarisatie, vanuit de sterke overtuiging van de
aantrekkingskracht van de schoonheid van het christelijke geloof. Een
onderwerp waarover heel verschillend wordt gedacht, is de vaak als evidentie
geldende “evolutie van een volkskerk naar een keuzekerk”. De vraag is of een
volkskerk op de duur nog een reële impact kan hebben op de cultuur –
daarvoor kunnen we de term ‘cultuurkatholicisme’ gebruiken – als er geen
sterke kern is van belijdende gelovigen die voldoende zijn geďnitieerd, niet
enkel door de sacramenten die ze als kind hebben ontvangen maar door een
volgehouden geloofsverdieping zodat ze gekomen zijn tot een bewuste
persoonlijke keuze voor Christus en de christelijke geloofstraditie.
Protestants theoloog Dietrich Bonhoeffer schreef voor de Tweede Wereldoorlog
dat de belijdende kerk moet preken tot de volkskerk.
[Vanaf deze alinea gaat het artikel
meer de goede kant uit!]
Socio-cultureel katholicisme
Het socio-culturele katholicisme – dat onze streken nog kenmerkt – kan niet
overleven of herleven als er niet een belijdende kerk is die onverkort het
Woord Gods verkondigt en probeert te leven in de lijn van de levende
christelijke traditie. Anders droogt de bron op. De Russisch-orthodoxe kerk
is opnieuw een volkskerk aan het worden – met een meerderheid gedoopten en
een minderheid praktiserenden – omdat er juist een levende kern gelovigen
is, met een gezonde leeftijdspyramide, die sterk meeleeft met de liturgie en
zich graag verdiept in de geloofsleer en de spiritualiteit. Van daaruit
komen de talrijke roepingen tot het priesterschap, het monastieke leven en
de diaconale inzet. Niet dat ik de Russisch-orthodoxe kerk wil idealiseren.
Wel vind ik dat dit stuk realiteit tot nadenken stemt. Een brede uitstraling
komt vanuit een innerlijke kern. Dit veronderstelt een sterke religieuze
identiteit. [Zie een van onze vorige
bijdragen aan Tertio.]
Geloofsoverdracht
Vroeger gebeurde de geloofsoverdracht vooral door de osmose met een
cultuurkatholiek milieu waarin mensen opgroeiden: de opvoeding thuis, de
school, de jeugdbeweging en de verdere socio-culturele katholieke ‘zuil’.
Maar we moeten vaststellen dat sedert de jaren ’70 het steeds moeilijker is
geworden en er steeds minder wordt doorgegeven, niettegenstaande alle goede
bedoelingen [waarmee de weg naar de
hel is geplaveid!]. Het zou een apart onderzoek vragen om uit te
maken hoe het komt dat het bij ons in West-Europa en bijzonder in België,
speciaal in het vroeger zo katholieke Vlaanderen
[!!!], zo geëvolueerd is,
terwijl er in andere contexten nog wel een tamelijk goede geloofsoverdracht
door osmose met het katholieke cultuurmilieu gebeurt – zoals in de Verenigde
Staten bijvoorbeeld. [Zeer juist!]
Hoe komt het dat bij ons de secularisatie dieper zit? Ze is nog dieper
doorgedrongen in de nationale lutherse kerken in Scandinavië. In Zweden
bijvoorbeeld heeft het ‘liberale’ kerkbeleid geen religieus reveil
teweeggebracht. [Voor zover ik zie
heeft het liberaal protestantisme in Scandinavië niet zoals in de USA een
fundamentalisme gekweekt. Misschien omdat er vrij vlug een algemene welvaart
is gekomen, vanaf het interbellum
vnl.
door toedoen van de sociaal-democratie.]
Territoriale parochie
Willen we mensen in de christelijke katholieke spiritualiteit inwijden –
daar waar sprake is van gelovig leven als antwoord op Gods heilsaanbod in
Christus –, dan moeten er specifieke wegen voor worden gebaand. Dit valt
niet zonder meer samen met de territoriale parochie.
[Dus: centrumkerken!?] Het
gaat erom zich te realiseren wat geloven in de Heel Andere, de Heilige die
zich als de God en Vader van onze Heer Jezus Christus heeft geopenbaard,
betekent voor de zingeving van ons leven.
Jean Geysens is benedictijn van
de abdij van Chevetogne.
In opiniebijdragen
kunnen lezers en medewerkers van Tertio hun visie kwijt op een actueel
onderwerp. Hun mening geeft niet noodzakelijk de visie van de redactie weer.
|