print deze pagina

 

Het hekken of de kerkhofmuur

Reactie op een artikel van Karl van den Broeck in de Gazet van Turnhout

(bewerking van een mail van mij aan Karl [Friday, April 02, 2010 1:20 AM])

Wat burgemeester Stijnen (volgens dit artikel uit de GvT) zegt klopt van geen kanten.

"Rond de kerk moet het hekken sneuvelen. Na overleg met het actiecomité ‘Behoud het hekken’ werd besloten het elders in de stad te hergebruiken. Burgemeester Francis Stijnen (CD&V) – ook historicus – zei begrip te hebben voor de vraag van vele verenigingen om het hek te laten staan. In de nieuwe plannen wordt de kerktuin echter uitgebreid rond de hele kerk (ook het noorden). Daarmee wordt die tuin eigenlijk in zijn oude vorm hersteld. ‘We willen dat die tuin een plek van stilte wordt. Het hekken is te kort om de hele tuin te omspannen en daarom moet het weg,’ zei Stijnen."
 
Zoals emeritus stadsarchivaris Harry de Kok bij herhaling gezegd heeft, moet het hekken of beter de kerkhofmuur beschouwd worden als een lidteken van een historische werkelijkheid, nl. de immuniteit rond de kerk. Die immuniteit werd gebruikt als begraafplaats (ook bv. als speelplaats van de Latijnse school, die in eerste instantie afhing van het kapittel, maar dergelijk gebruik vond men vanaf ca. de 16de eeuw nogal bezwaarlijk). Na de Franse Revolutie kwam die immuniteit (door de decreten van Napoleon) in het bezit (of minstens het beheer) van de kerkfabriek, en dit geldt tot op de dag van vandaag! De stad heeft dus in ieder geval voor haar beurt gesproken: zij moet nog overleg plegen met de kerkfabriek over de heraanleg niet van de markt, maar van de markt én het kerkhof.

Zoals Guido Landuyt vorige week liet opmerken in het overleg tussen het platform en de stad, is er sinds 2006 een 'double speak' bij de stad: waar komt ineens dat begrip stadstuin vandaan? In eerste instantie is dat toch een tuin van een huis in de stad (waar tuinen alleen kunnen voorkomen bij chique huizen). Blijkbaar betekent het hier in Turnhout een tuin van de stad. Maar de stad legt die wel grotendeels aan op andermans grond, nl. van de kerkfabriek! Ik heb vorige week bij het overleg in Blairon moeten constateren dat ook ik onderhevig was aan een misverstand: ik had tot in de herfst van 2009 niet begrepen dat de stad met heraanleg van de markt ook bedoelde dat zij het kerkhof omver ging woelen. Wanneer normaal denkende mensen horen spreken over de markt, laten zij het kerkhof buiten beschouwing; dat is niet de markt - van de stad! -, maar dat hoort bij de kerk en is bezit van een andere eigenaar, nl. de kerkfabriek. Waarom nemen asielzoekers - nu nog altijd zoals in de Middeleeuwen - hun toevlucht tot de kerk? Omdat die kerk immuniteit heeft! In de kerk heeft niet de burgemeester of de politie politiemacht, maar de pastoor. En dat geldt ook voor het kerkhof. In het boek van Harry de Kok en Eugène Wauters over begraven in Turnhout (uitgegeven in 1988) staan daarover prachtige verhalen. Het is dus niet zo zoals burgemeester Stijnen met enig aplomb laat uitschijnen, nl. dat de zaak van de heraanleg van de markt - en in zijn optiek blijkbaar ook van het kerkhof - al in kannen en kruiken is!

 
Eigenlijk veel meer nog dan het eventueel verdwijnen van het hekken op zich, stoort mij in de plannen van Stramien dat men totaal geen rekening heeft gehouden met die historische betekenis van de site. Als men die PPP, die in oktober 2009 voorgesteld is ( links onderaan de pagina), bekijkt, ziet men dat Stramien wel rekening wil houden met de ligging van onnozele steegjes die overigens in sommige gevallen nog geenszins in bezit zijn van de stad, maar niet met het belangrijkste monument van Turnhout (samen met het kasteel), nl. de kerk (die opvallenderwijze in die PPP helemaal niet ter sprake komt, tenzij om even te vermelden dat die stadstuin rond de kerk ligt! Merkwaardig: een stadstuin rond een kerk!) en de immuniteit errond, die ook thans nog altijd minstens voor de helft gemarkeerd wordt door een kerkhofmuur. En het gerucht gaat dat de archeologen die nu bezig zijn met belangrijke ontdekkingen te doen aan de noordkant van de kerk, daar eigenlijk de kerkhofmuur die er bij Vorsterman nog staat (hoewel gezien het perspectief, verborgen door het kerkgebouw zelf), zouden willen laten restaureren, om die uiterst interessante site te markeren.
 
In het GvT-artikel spreekt de burgemeester ineens terug van een "kerktuin" die "uitgebreid [wordt] rond de hele kerk (ook het noorden). Daarmee wordt die tuin eigenlijk in zijn oude vorm hersteld". Neen! De vorm van die tuin in het ontwerp van Stramien volgt in het noorden de rooilijn van de huizen in de vroegere Victor van Halstraat en in het zuiden de (op dit ogenblik nog fictieve!) lijn die getrokken wordt van de Gasthuisstraat naar Turnova (die overigens parallel lopen; architecturaal zit het ontwerp zeker niet slecht in elkaar). Men wil dus die tuin (= kerkhof!) helemaal niet in zijn oude vorm herstellen, want dat zou betekenen dat men minstens de huidige vorm die daar nog altijd een herinnering - een lidteken - van is, bewaart. Integendeel, men maakt iets volledig nieuw, los van de historisch gegroeide realiteit. Nu wil ik niet beweren dat het absoluut niet zou kunnen dat men weinig of geen rekening houdt met die lidtekens, maar er zijn vele redenen om dat in Turnhout toch wel te doen, en die zijn uiteengezet door het platform.

Marcel Gielis - 3 april 2010

- het standpunt van Taxandria als lid van het platform: zie hier

- een kritische bespreking van het ontwerp van Stramien: zie hier

- nog eens de synthetische opsomming van de vele redenen om juist in Turnhout de kerkhofmuur te behouden (in voorbereiding)